De berichtgeving luidt als volgt:
Grietje stal wat linnen en Klaaske kocht het op.
Het is woensdagmorgen 4 april 1804. Net buiten Holwerd liggen in de Holwerdervaart een aantal vrachtscheepjes aan de wal, het zullen wel beurtsnikjes geweest zijn, de kleinere voorlopers van de bekende skutjes. Schipper Harke Reids en zijn schippersche Eege Freerks uit Sijgerswold staan op het punt om te vertrekken maar hebben nog een manshembd en een vrouwshembd op de wal gelegd om te bleeken.
Rond een uur of elf ziet Trijntje Johannes, de vrouw van schipper Anne Jacobs uit Westergeest, dat een klein meisje de twee kledingstukken wegneemt, in haar schordeldoek stopt en daarna wegloopt. Het schippersvolk besluit daarop om dorpsrechter Joh. Stelwagen te waarschuwen en de schippers Anne Jacobs, Harke Reids en Sweitse Eijses gaan op pad. Nadat ze de dorpsrechter hebben opgehaald komen ze het meisje in het dorp tegen waarvan ze ondertussen al weten dat het Grietje Jacobs Muller is. Grietje is op dat moment 10 jaar en bekent direct dat ze de twee kledingstukken weggenomen heeft en verteld dat ze de hemden daarna verkocht heeft aan de ongeveer 68 jarige Klaaske Hessels, weduwe van Beerend Jans, die er 14 stuivers voor betaalde. Het geld had Grietje al gedeeltelijk uitgegeven aan grauwe orten. Ze vertelt dat ze ‘s morgens om ongeveer elf uur het dorp uit was gegaan om bij de boeren rond Holwerd om een aalmoes te vragen toen ze op een stuk land bij de vaart de hemden had zien liggen.
Uit het onderzoek dat op zes april 1804 in cafe Het Grauw Paard plaatsvindt blijkt verder dat ene Geertje Dirks op zondag 25 maart ongeveer om vijf uur ontdekte dat zij agter haar huizinge van en bij een beijboom vermiste een kinderhembdtje benevens een rood en een blauw hoofddoekje. De eerder genoemde Klaaske Hessels bekende dat zij Grietje Jacobs hiervoor drie stuivers had betaald.
Trijntje Pieters, de weduwe van Wijbren Gerrits, had op maandag 26 maart een hembd gewasschen voor Watse Ages Visser de meester kleermaker en had het zelve op de bleek van Tabe Sjoerds gelegd om te bleeken. ‘s Avonds had ze ontdekt dat het weg was. Grietje bekende dat ze op die dag om ongeveer vijf uur over de staketting was geklommen en het manshemd had weggenomen en het voor zes stuivers aan Klaaske had verpand. Grietje vertelde ook dat Klaaske Hessels haar tevoren gezeid had zulke goederen maar bij haar te brengen, om daarop dan bij haar geld te kunnen ontvangen.
Na haar bekentenis en de getuigen verklaringen wordt Grietje in Het Grauw Paard vastgezet. Haar vader is al overleden maar bij de getuigen verhoren wordt haar moeder Aaltje Harmens niet gehoord.
De Drost en het Gerechte van Westdongeradeel sturen hun ingewonnen Informatien op 7 april, de dag na het onderzoek, naar De Raaden ’s Hof van Friesland in Leeuwarden. De Raad reageert snel.
Burgers!
Na examinatie (onderzoek) van Ul.(ulieden) missive (schrijven) en daar bij gevoegde informatien wegens gepleegde diefstal van enig linnen te Holwerd ten bezware van de gedetineerde Grietje Jacobus Muller, alsmede ten laste van eenen Klaaske Hessels, hebben wij goedgevonden Ul. te verzoeken en amptshalven te ordonineeren (opdracht geven) voorn. de Grietje Jacobus Muller door de dienaaren van Ul. Gerechte te doen overbrengen op het gedemolieerde (gesloopte). Wijders hebben wij goedgevonden Ul. te resoviberen (besluit mede delen) dat wij ten opzichte van Klaaske Hessels provisioneel (voorlopig) hebben gedisponeerd (beschikkent).
Ul. Goede vrienden
De Raaden ’s Hof van Friesland
Leeuwarden
Den 7 April 1804
Het is woensdagmorgen 4 april 1804. Net buiten Holwerd liggen in de Holwerdervaart een aantal vrachtscheepjes aan de wal, het zullen wel beurtsnikjes geweest zijn, de kleinere voorlopers van de bekende skutjes. Schipper Harke Reids en zijn schippersche Eege Freerks uit Sijgerswold staan op het punt om te vertrekken maar hebben nog een manshembd en een vrouwshembd op de wal gelegd om te bleeken.
Rond een uur of elf ziet Trijntje Johannes, de vrouw van schipper Anne Jacobs uit Westergeest, dat een klein meisje de twee kledingstukken wegneemt, in haar schordeldoek stopt en daarna wegloopt. Het schippersvolk besluit daarop om dorpsrechter Joh. Stelwagen te waarschuwen en de schippers Anne Jacobs, Harke Reids en Sweitse Eijses gaan op pad. Nadat ze de dorpsrechter hebben opgehaald komen ze het meisje in het dorp tegen waarvan ze ondertussen al weten dat het Grietje Jacobs Muller is. Grietje is op dat moment 10 jaar en bekent direct dat ze de twee kledingstukken weggenomen heeft en verteld dat ze de hemden daarna verkocht heeft aan de ongeveer 68 jarige Klaaske Hessels, weduwe van Beerend Jans, die er 14 stuivers voor betaalde. Het geld had Grietje al gedeeltelijk uitgegeven aan grauwe orten. Ze vertelt dat ze ‘s morgens om ongeveer elf uur het dorp uit was gegaan om bij de boeren rond Holwerd om een aalmoes te vragen toen ze op een stuk land bij de vaart de hemden had zien liggen.
Uit het onderzoek dat op zes april 1804 in cafe Het Grauw Paard plaatsvindt blijkt verder dat ene Geertje Dirks op zondag 25 maart ongeveer om vijf uur ontdekte dat zij agter haar huizinge van en bij een beijboom vermiste een kinderhembdtje benevens een rood en een blauw hoofddoekje. De eerder genoemde Klaaske Hessels bekende dat zij Grietje Jacobs hiervoor drie stuivers had betaald.
Trijntje Pieters, de weduwe van Wijbren Gerrits, had op maandag 26 maart een hembd gewasschen voor Watse Ages Visser de meester kleermaker en had het zelve op de bleek van Tabe Sjoerds gelegd om te bleeken. ‘s Avonds had ze ontdekt dat het weg was. Grietje bekende dat ze op die dag om ongeveer vijf uur over de staketting was geklommen en het manshemd had weggenomen en het voor zes stuivers aan Klaaske had verpand. Grietje vertelde ook dat Klaaske Hessels haar tevoren gezeid had zulke goederen maar bij haar te brengen, om daarop dan bij haar geld te kunnen ontvangen.
Na haar bekentenis en de getuigen verklaringen wordt Grietje in Het Grauw Paard vastgezet. Haar vader is al overleden maar bij de getuigen verhoren wordt haar moeder Aaltje Harmens niet gehoord.
De Drost en het Gerechte van Westdongeradeel sturen hun ingewonnen Informatien op 7 april, de dag na het onderzoek, naar De Raaden ’s Hof van Friesland in Leeuwarden. De Raad reageert snel.
Burgers!
Na examinatie (onderzoek) van Ul.(ulieden) missive (schrijven) en daar bij gevoegde informatien wegens gepleegde diefstal van enig linnen te Holwerd ten bezware van de gedetineerde Grietje Jacobus Muller, alsmede ten laste van eenen Klaaske Hessels, hebben wij goedgevonden Ul. te verzoeken en amptshalven te ordonineeren (opdracht geven) voorn. de Grietje Jacobus Muller door de dienaaren van Ul. Gerechte te doen overbrengen op het gedemolieerde (gesloopte). Wijders hebben wij goedgevonden Ul. te resoviberen (besluit mede delen) dat wij ten opzichte van Klaaske Hessels provisioneel (voorlopig) hebben gedisponeerd (beschikkent).
Ul. Goede vrienden
De Raaden ’s Hof van Friesland
Leeuwarden
Den 7 April 1804
Klaaske Hessels wordt op 13 april ’s middags twee uren na noen, veroordeeld om drie dagen te water en brood te zitten.
Grietje Jacobs Muller moet door haar moeder pueriliter gecastigeerd, dat wil zeggen als een kind getuchtigd worden.
Een oude foto van het cafe Het grauwe paard (gesloopt in de jaren zestig van de vorige eeuw)
Met dank aan de heer Piet de Haan van de Historische Streekvereninging Noordoost Friesland